De reis naar Copper Harbor.

Om half 11 rijden we weg uit Munising (bij de Pictured Rocks National Lakeshore) met een mooie blauwe lucht en een prettige temperatuur. vandaag rijden we naar Copper Harbor, helemaal in de meest noordelijke punt van de staat Michigan.

De reis gaat voor het grootste gedeelte door hele mooie, grote groene bossen. Het is echt een mooie reis. We stoppen gemiddeld elk uur om iets te drinken (uit eigen voorraad).

Als we, volgens TomTom, in de buurt komen van Copper Harbor eten we in een eettentje langs de weg een Buffalo hamburger met échte Ginger Ale. De buffalo moet eerst nog uitgevroren worden, dus het duurt even voordat we die hamburger kunnen nuttigen. Helaas is de buffalo wel een beetje droog, maarja, honger maakt droge buffalo’s toch redelijk smakelijk. Daar het maar een heel klein buffalootje is, eten we ook nog een kleine ijsco als toetje. Eén scoop in Amerika is hier altijd het kleinste ijsje, maar dan heb je toch een heel behoorlijke maaltijd.

Waar is Copper Harbor?

TomTom heeft alleen de plaats “Copper Harbor (Calumet)” in z’n plaatsnamenlijst staan. Deze plaats blijkt echter 45 mijl vóór de Copper Harbor te liggen waar wij moeten zijn. Dat is heel vreemd! Zelfs zoeken op postcode helpt niet, want ook die bestaat niet. Tenslotte wijzen we de plaats op de kaart in TomTom aan. Dat betekent dan nog een extra 3 kwartier rijden, maar dan rijden we ook uiteindelijk meteen ‘tegen’ ons motel aan. Ook dit laatste stuk rijden gaat weer door hele mooie bossen. Echt een schitterende reis is dat vandaag.

Om kwart voor 4 zijn we bij ons motel.

We hebben een kamer op de eerste verdieping. Als we op het gezamenlijke balkon zitten, dan kijken we schuin op de baai van Lake Superior. Het enige probleem is dat deze kamer maar 1 queen bed heeft. Dat is best krap slapen. We regelen dat we de eerste nacht slapen in de queen, de tweede nacht in een king en de laatste nacht in een dubbele queen. Dat betekent dus 3x verhuizen, maar dan krijgen we ook een steeds mooier uitzicht over het water. Nu zien we Lake Superior onder een hoek, morgen zien we het Lake recht van voren, maar met wat struikjes ervoor en de laatste dag hebben we het mooiste uitzicht.

Verhuizen.

Na het ontbijt, de volgende ochtend, pakken we de koffers verder in zodat we om even voor 10 uur kunnen verhuizen naar de King kamer nr. 14. Dat komt de eigenaresse ons zelf melden.

Binnen 5 minuten staan onze spullen in de nieuwe kamer. Het is een mooie kamer met een eigen uitloop naar buiten met terras stoelen. Deze kamer heeft zelfs een ijskast dus we hoeven niet meer te zeulen met ijs. Als we helemaal overgehuisd zijn, gaan we even lekker op ons eigen terrasje zitten.

Fort Wilkens.

Daarna stappen we in de auto en gaan op pad naar het Wilkens Fort. Dat is een fort uit 1844. Het moest de opbloeiende koper handel beschermen waar heel erg veel van verwacht werd in die tijd. We lezen dat er ook weer enactors zijn.

Eén en-actor.

Daar het dorpje Copper Harbor vrij klein is, zijn we er erg snel. Om 11:30 uur zijn we bij het fort. In het begin is het erg interessant en bemoedigend met veel leuke uitleg en mooie gerestaureerde gebouwen van het Fort. Ook zien we een ‘soldaat’ die hout staat te zagen en goed in zijn rol blijft als gestrafte soldaat (we mogen hem echt niet meehelpen met zagen). Maar het blijft bij deze ene en-actor; verder is er geen één! Dat vinden we een beetje jammer. In Mackinac City en op Mackinaw Island hadden we ook forten met en-actors bekeken en daar waren we toen erg enthousiast over.

De bakkerij is mooi nagebouwd in Fort Wilkens.

We bekijken ook een tentoonstelling over het fort en het leven van toen, maar deze is een heel stuk minder dan we ‘gewend’ waren. Het is waarschijnlijk allemaal wat meer ingericht op kinderen. Zo zijn er aardig wat zaken die als een soort quiz aangeboden worden, of echte opdrachten voor de kinderen. Zonder begeleiding van volwassenen is het echter ook voor kinderen niet heel erg leuk. Wij hebben het na een uur en een kwartier dan ook wel gezien.

De rest van de middag zitten we lekker op ‘het deck’ aan de tuinkant van onze kamer. Buiten in de zon dus, lekker lezend. Het is echt een heerlijke middag. Gewoon, lekker rustig niks doen, lezen en genieten van de zon.

Weer verhuizen.

Na het ontbijt de volgende dag pakken we op onze (oude) kamer, nummer 14, de laatste spulletjes in en wachten even tot we over kunnen naar nummer 23.

Om ongeveer kwart over 10 zitten we op ons balkon van nummer 23.

Wat een heerlijk rustgevend uitzicht is dit!

Nu hebben we echt een schitterend uitzicht. Echt super mooi.

Lighthouse – tour.

Na een goed ontbijt bij The Pines rijden we naar de Copper Harbor Marina toe want daar vertrekt de Lighthouse – tour. We krijgen te horen dat doordat er vandaag behoorlijk wat wind staat men niet zeker weet of de tour van 12 uur door kan gaan. We wachten een kwartiertje voordat we de tickets kunnen kopen. Tijdens het wachten zien we dat er vanaf de parkeerplaats een wandeling begint in de richting van het schiereiland. Vanmiddag gaan we deze wandeling lopen.

De boot, met de gids ‘Bert’, doet er ongeveer 20 minuten over om bij de Lighthouse te komen. Ons hotel ligt aan een baai. De baai mondt uit in Lake Superior. Om vanuit de baai naar Lake Superior te komen is er een behoorlijk nauwe doorgang.

De uitgang van de baai naar Lake Superior. Smal en gevaarlijk.

Links en rechts van die doorgang is het water erg ondiep met veel rotsen. De vuurtoren was destijds een essentieel onderdeel van de veilige bevoorrading van Copper Harbor. Vervoer gebeurde immers bijna alleen maar over het water omdat er in 1840 nog geen wegen over land waren naar deze plaats. Door deze rotsen en de erg smalle doorgang zijn in deze baai erg veel schepen gezonken.

De vuurtoren werd bemand door de vuurtorenwachter met z’n gezin. Hij moest zorgen dat het vuur op de toren van zonsondergang tot zonsopgang bleef branden. Overdag moest hij allerhande onderhoudswerk doen aan de onderdelen. De kinderen mochten, na lang aandringen, in Copper Harbor naar school. Ze verbleven dan een tijd aan wal.

Op het eiland.

We kunnen in de vuurtoren kijken en zien hoe de vuurtorenwachter toen leefde met zijn gezin, wat voor een gereedschap hij gebruikte en hoe de kamers ingericht waren. Het ziet er, zo op het eerste gezicht, eigenlijk wel knus uit. Maarja, wij zien het natuurlijk met een prima temperatuurtje, een lekker zonnetje en zónder dorst. De vuurtorenwachters moesten water uit het meer halen en zelf zorgen voor de verwarming. De vuurtorenwachter werd wel eens in zoveel tijd bevoorraad. De voorraden werden bewaard in de voorraad-ruimte die in de zomer met ijs gekoeld werd. In de winter, als de baai dicht vroor, werden grote stukken ijs onder de grond gestopt zodat ze lang bewaard konden blijven.

Koper.

Na het huis van de vuurtorenwachter en z’n gezin, lopen we nog een korte trail, die nog wat andere zaken laat zien van de omgeving. Zo zien we op 1 plaats allemaal aardlagen lopen waar heel duidelijk koper in te zien is.

Hier is duidelijk koper te zien op de bodem.

Het is net alsof er blauwe zwembadtegels op de bodem liggen. Mooi om te zien hoor. Deze koperlagen waren de reden dat men hier heel veel geld dacht te kunnen gaan verdienen. Dat ging een korte tijd goed totdat bleek dat de voorraden in de grond niet zo uitgebreid waren.

Om kwart over 1 zijn we terug bij ‘Bert’ en stappen we weer in de boot. De terugreis is wat heftiger dan de heenreis want we varen recht tegen de wind in en, zeker in het begin, slaan de golven hard over de boeg. Wij blijven goed droog omdat we in het vooronder, onder een zeil zitten. Bert heeft een soort regenschort (poncho voor de benen) en een regenjas aan. Hij krijgt van de golven echt de volle laag.

Als we uit de boot stappen, vragen we nog even hoe lang de trail over het schiereiland is. Ons wordt verteld dat deze wandeling ongeveer een half uur is.

Rond half 2 zijn we weer bij de auto en rijden we terug naar ons hotel.

Wandelen over het schiereiland.

De wandeling die we vanmorgen zagen, voert over het schiereiland waar we vanuit onze kamer op kijken. We willen ons motel nu ook wel eens van de andere kant bekijken en natuurlijk het schiereiland zien.

Na de lunch doen we onze wandelspullen aan en rijden we richting de Marina. De wandeling is inderdaad een half uurtje. Al vroeg kunnen we kiezen voor de South of the North beach. De South beach kijkt uit op onze kamer, de North beach kijkt uit over Lake Superior. Op de heenweg lopen we vooral de zuidkant en op de terugweg kijken we uit over het gigantische Lake Superior. Op het uiterste punt van het schiereiland blijven we even rustig op de rotsen zitten. Het is daar heel vredig.

Op de terugweg, langs de noordkant van het schiereiland, verbazen we ons over de hoeveelheid kiezelstenen. Allemaal rode steentjes, heel heel veel. Bergen!

Keweenaw Mountain Lodge Restaurant.

Op advies van mensen die we spreken, gaan we ’s avonds eten bij het Keweenaw Mountain Lodge Restaurant. De Lodge is een golf, er zijn cabins én er is een restaurant. Het ligt erg mooi in de bossen.

Als we om even voor half 9 terug naar ons motel rijden, constateren we dat we in deze vakantie nog niet zó lekker hebben gegeten.

Top