De reis.

Daar de rit van Natchez naar St.Martinsville maar vrij kort is, hebben we eerst geprobeerd aan de andere kant van de rivier de Mississippi te rijden.

De Mississippi.

Als we de grote en heel brede rivier de Mississippi zijn overgestoken en linksaf slaan, komen we op een vrij smalle weg die deels op de dijk en deels er vlak achter voert. Wat wel erg interessant is, zijn de heel uitgestrekte landerijen die we zien. Op deze heel grote, kilometers brede en diepe velden, werkten een paar honderd jaar geleden de slaven op de katoen plantages. We zagen deze mensen hier al in de hitte werken, uur na uur, dag na dag. Goed om dit stukje toch gezien te hebben.

De weg is echter te slecht en te hobbelig om door te rijden. We besluiten om de auto te keren en TomTom de opdracht te geven om gewoon de snelste route naar St.Martinsville te kiezen.

Over de Scenic Byway.

Als we eenmaal op de Highway zitten, blijkt dit een Scenic Byway. Dat betekent dat het een groene route is, zoals wij dat in Europa noemen. Kilometer na kilometer rijden we door schitterende uitgestrekte bossen. In Nederland lopen er wat snelwegen langs en door de Veluwe, maar daar ben je ook altijd weer vrij snel doorheen. Hier rijd je vlot anderhalf tot 2 uur door bossen zonder dat je 1 stadje ziet. Mooi is dat hoor.

Als we Baton Rouge gepasseerd zijn, gaat de snelweg over in een brug. We snappen eerst niet goed waarom we op een brug rijden, maar al snel zien we dat we door 1 groot swamp rijden, 1 super groot moeras. Heel vaak zien we water, afgewisseld met wat drogere stukken. Veel bomen die met hun wortels in het water staan. Het is een indrukwekkend gezicht. De brug moet toch zeker een kilometer of 40 lang zijn. Een knap stukje werk.

Rond kwart voor 3 zijn we onze Bed & Breakfast. Dit keer dus geen hotel maar een B&B. Het is een oud schoolgebouw geweest. Achter in het huis is nog een oude uitgebreide keuken. In 1 ruimte zie je nog oude foto’s van leerlingen die afgestudeerd zijn. Grappig hoor.

De mevrouw van de B&B heeft voor ons meteen een swamptour voor morgenochtend besproken.

Jungle Gardens van Avery Island.

Vlak bij St.Martinville ligt Avery – Island. Als we daar aankomen, zien we een grote Tabasco – fabriek. Tabasco wordt klaarblijkelijk hier gemaakt en in de fabriek kan je rondleidingen krijgen. Deze fabriek is echter al dicht als wij er zijn.

Het enige dat nog open is, is The Jungle Gardens van Avery Island. de Jungle Gardens blijkt een rondrit door een natuurgebied te zijn. Meneer A. McIlhenny heeft van over de gehele wereld planten verzameld en deze op dit eiland gepland. Daarnaast heeft hij in een meertje ideale broedomstandigheden gecreëerd waar nu elk jaar meer dan 20.000 nesten door reigers worden gebouwd.

We kopen kaartjes voor dit natuurpark en rijden er (letterlijk) stapvoets doorheen.

Het is warm en vochtig in Jungle Gardens.

Het is warm en vochtig in Jungle Gardens.

Het is werkelijk schitterend. Heel mooi aangelegd. We zijn niet echt heel sterk in plantennamen, maar het is schitterend.

Een kleine alligator ligt rustig in de zon.

Een kleine alligator ligt rustig in de zon.

In 1 van de eerste vennetjes waar we langs komen, liggen 5 kleine alligators heel rustig in het water naar ons te kijken.

Een beetje lastig zijn de …. Muskieten. Door de hoge temperatuur en het vele vocht zijn er heerlijk veel muskieten.

We rijden een dik uur door het gebied rond. Soms blijven we in de auto zitten, op andere momenten stappen we uit. Het is er heel stil en heel groen. Echt een schitterend stukje natuur.

Bird City, zoals het gedeelte heet waar de vogels hun nesten hebben, is ongelofelijk.

De uitkijktoren bij Bird City.

De uitkijktoren bij Bird City.

Er is een uitkijktoren gemaakt en als je daar staat, hoor je alleen maar gekwetter van vogels.

De Jungle Gardens blijkt echt een heel bijzonder onverwacht uitstapje.

Rond 6 uur rijden we weer weg bij de Jungle gardens en terug naar de B&B.

St.Martinville.

De volgende ochtend praten we tijdens het, voortreffelijke, ontbijt met onze gastvrouw Peggy. Ze vertelt dat de school waar we nu in zitten, tot 1986 kinderen heeft gehad. Het was een private school. Zij heeft het gebouw in 1987 gekocht. Toen had ze er een restaurant en B&B in. Vervolgens zijn er 2 hurricanes over heen gegaan. Bij beide hurricanes is het dak eraf geblazen en dat was een enorme financiële strop. Toen kwam er ook nog 9/11. Dat was voor heel veel zaken de doodsklap doordat vooral de Amerikanen niet meer met het vliegtuig durfden te gaan. Heel veel zaken hier in de regio zijn daardoor over de kop gegaan.

Dit verklaart voor ons plotseling de lege verlaten en vervallen straten, dichte restaurants en winkeltjes van Memphis en Nashville. Plotseling begrijpen we wat voor een ongelofelijke gevolgen 9/11 heeft gehad voor dit land.

Peggy vertelt dat het allemaal gelukkig wel weer wat is aangetrokken. Er komen weer wat meer toeristen. Dit merkten de hotels vlak langs de Interstates het eerst. Deze B&B ligt wat verder van de Interstates af en daardoor heeft het wat langer geduurd voordat ook hier weer meer mensen komen.

We vragen haar waar zij zelf woont. Achter de school was de bibliotheek. Deze stond los van het schoolgebouw. Zij heeft deze bieb bij het gebouw getrokken en heeft daar haar onderkomen van gemaakt. Zo kon ze het huis, met in totaal 7 kamers, helemaal gebruiken voor gasten.

Swamp Tour.

Na ons lekkere ontbijt, kleden we ons om voor de Swamp Tour.

We rijden in een dik kwartier naar Bryan Champagne toe, die de Swamp Tour zou verzorgt. Hij is ons door Peggy aangeraden.

Als we er aan komen, moeten we nog heel even wachten voordat de Tour begint. Het gezelschap is heel gemêleerd. Er zijn Amerikanen, een aantal Fransen en Frans sprekende Canadezen.

Uiteindelijk wordt de groep in 2 boten geplaatst. Het zijn leuke boten, want de stoeltjes waar je op zit, kunnen draaien en zitten heel goed door een lekkere leuning onder in je rug.

Als we vertrekken, zitten we meteen in de Swamp.

Bomen in het water van de Swamp.

Bomen in het water van de Swamp.

De boomstammen hebben een wat rode kleur.

De boomstammen hebben een wat rode kleur.

Heel veel bomen die totaal in het water staan, eindeloze vlakten met groen drijvende planten die het doen lijken alsof je zo uit zou kunnen stappen.

Hier hebben we net gevaren.

Hier hebben we net gevaren.

Alligator of Crocodile.

Na een tijdje varen, komen we uit bij een doodlopende kreek. Bryan wijst ons een Alligator aan.

Hieronder een stukje dat het verschil beschrijft tussen een Alligator en een Crocodile.

In terms of physical differences the easiest way to tell the difference between the two is that a crocodile has a very long, narrow, V-shaped snout, while the alligator’s snout is wider and U-shaped. Because of the wide snout of the alligator it packs more crushing power to eat prey like turtles that constitute part of its diet. The narrow crocodile snout, although still very powerful, is not really suited for prey like turtles but is very versatile for fish and mammals.

Another physical difference between the crocodile and the alligator is that the crocodile’s upper and lower jaws are nearly the same width, so the teeth are exposed all along the jaw line in an interlocking pattern, even when the mouth is closed. They also have an enormous 4th tooth on the lower jaw that is accommodated by depressions in the upper jaw just behind the nostrils.

An alligator, on the other hand, has a wider upper jaw, so when its mouth is closed the teeth in the lower jaw fit into sockets of the upper jaw, hidden from view. Only the teeth of the upper jaw are exposed along the lower jaw line. Even the enormous 4th tooth on the bottom jaw, which is exposed in a crocodile, is hidden in the alligator.

De Gator bewaakt haar nest.

De Gator bewaakt haar nest.

Het nest van een Alligator.

Nou, wij zien dus nu echt een Alligator- net als 3 jaar geleden in de Everglades. Het blijkt een vrouwtje en ze ligt vlak bij haar nest. Ze is, volgens Bryan ongeveer 3 meter en 70 cm lang! Het nest is een rond heuveltje en Bryan vertelt dat de eieren in het nest liggen. We kijken van een afstandje vanuit onze boot naar deze ‘Gator’, waarna Bryan uitstapt. Hij neemt een roeispaan mee en loopt vervolgens naar de Gator, die meteen opstaat en begint te blazen. Ze loopt dreigend en blazend op Bryan af want ze bewaakt haar nest. Hij houdt haar met de lange roeispaan op afstand. Het is echt imponerend om te zien.

Bryan vertelt dat Gators, op het land een snelheid van 35 mijl/uur kunnen halen, dat is 56 km/u. Bryan vertelt dat de beste manier om een Gator te ontwijken, die op het land achter je aan zit, is door zigzaggend te lopen. Dat kunnen Gators niet. Toch leerzaam.

We zien mooie spinnen.

We zien mooie spinnen.

Ook nog andere dieren.

Tijdens het varen komen we ook onder verschillende hele grote spinnenwebben door. In sommige webben zien we de grote spin, mooi in het midden zitten.

Ook zien we heel veel vogels, waaronder de Aalscholver. Deze vogels zien een vis in het water en duiken vanuit de lucht in het water om de vis te vangen. Als ze een duik hebben genomen, dan gaan ze daarna met uitgestrekte vleugels de veren eerst laten drogen. We hebben deze vogels niet zien duiken, wel hebben we ze zien zitten met hun uitgestrekte vleugels.

Ook zien we veel reigers.

Het weer is vandaag een beetje wisselend en we krijgen een paar buitjes op ons dak, maar daar is rekening mee gehouden. De poncho’s die we in Helen (Georgia) kochten, komen nu weer van pas. Door de hoge temperatuur is de regen helemaal niet vervelend. Dat is in Nederland moeilijk voor te stellen, maar als het bijna 30 graden is, is de regen niet koud. De regen is dan eigenlijk zelfs wel gewoon lekker!

Na een kleine 2 uur zijn we weer terug bij de auto.

Tabasco fabriek.

We besluiten naar de Tabasco – fabriek te rijden die we gisteren bij Avery – Island zagen.

Vlak voor de rondleiding door de Tabasco fabriek.

Vlak voor de rondleiding door de Tabasco fabriek.

Tabasco, de vloeibare vervanger van Sambal, wordt hier gemaakt en geëxporteerd naar heel heel veel landen in de wereld.

Tabasco wordt gemaakt van een bepaald soort rode pepers. Met een rood gekleurd stokje (een z.g. Baton Rouge, net als de stad waar we gisteren langs reden) wordt gekeken of de pepers al de juiste kleur hebben. Als ze de juiste rode kleur hebben, worden ze geplukt en dezelfde dag gemalen in een grote houten ton gedaan. Er wordt ook nog wat zout bij gedaan. Dat zout komt uit een enorme zoutberg die onder Avery Island ligt. Dan gaat de houten ton dicht en wordt deze afgedekt met nog een dikke laag zout. Op deze manier kunnen er geen bacteriën bij komen.

De ton blijft dan vervolgens 3 jaar afgesloten staan en wordt daarna pas geopend. Nu wordt het (gefermenteerde) mengsel uitgegoten en vermengd met azijn en dan wordt het 28 dagen geroerd en dan is het mengsel pas klaar.

We krijgen 3 kleine flesjes met verschillende soorten Tabasco. In de Gift Shop proeven we nog wat andere smaken Tabasco, smaken die we in Nederland niet hebben. In de fabriek zien we op de lopende band een partij die naar Denemarken toe gaat.

Top