De reis naar het Grand Teton n.p.
We staan in Thermopolis wat sneller op dan gisteren omdat de rit naar Jackson Hole, dat naast het Grand Teton n.p. ligt wat langer is. Vervolgens pakken we de boel weer in en gaan rond 9:45 uur bij dit uitstekende hotel weg.
De eerste blik op Grand Teton.
Het laatste stuk van deze reisdag, rijden we langs de bergen van het Grand Teton National park. Dat is heel indrukwekkend, bergen van ruim 4000 meter. Bovenop liggen gletsjers en eeuwige sneeuw. TomTom heeft behoorlijk wat moeite om ons hotel te vinden. Uiteindelijk, na 3 kwartier zoeken, komen we bij het hotel aan.
De volgende dag beginnen we bij het Visitor Centre. Dat is ongeveer een half uurtje rijden van het hotel. We vallen met onze neus in de boter, want als we binnen komen is een park-ranger allerlei zaken aan het vertellen over de dieren in het park. Hoe agressief zijn de beren die hier leven, waarom mag je ze absoluut niet voeden etc. etc. Erg interessant en leerzaam.
We kopen nog een klein boekje met korte wandelingen in het park. In die boekjes lees je heel goed of de wandeling niet te steil gaat en hoe lang hij is. We voelen ons goed, dus is de informatie zeker nuttig.

De eerste blik op de bergen.
Zwitserland?
Grand Teton National Park is een werkelijk adembenemend park. Stel je de hoogste bergen voor van Zwitserland, maar dan niet gelegen tussen allemaal andere hoge en minder hoge bergen, maar in een enorme laagvlakte. Door die vlakte stroomt een rivier die de vlakte ook nog eens behoorlijk heeft uitgesleten. De weg loopt bijv. behoorlijk wat hoger dan de rivier maar de weg loopt op dezelfde hoogte als de laagvlakte. We lezen op de informatieborden dat de bergrug heel jong is. Vandaar de enorm steile rotsen. Op de toppen van de bergen zie je grote vlakten met sneeuw en dat tegen een achtergrond van een staalblauwe lucht is een erg mooi gezicht.
Wandelen naar Inspiration Point.
In de vlakten liggen verschillende grote en minder grote meren. We beginnen bij Lake Jenny. Dit is het drukste gedeelte van het park, maar we willen heel graag naar de overkant van dit meer om een wandeling omhoog te maken naar het Inspiration Point dat schitterend uit zou kijken over het meer. Je kan óm het meer wandelen maar er gaat ook een boot elke 5 of 10 minuten schuin het meer over. De boot vinden we een prima alternatief want dan houden we nog genoeg wandelenergie over.
Als we aan de aan de andere kant zijn, beginnen aan de wandeling naar het Inspiration Point.
Deze wandeling is subliem. De wandeling volgt eerst een heel snel stromende rivier met overal stroomversnellingen en best hoge watervallen. Allemaal heel foto- en film-geniek. Het is wel druk, maar daar storen we ons niet aan. We wandelen in ons eigen tempo naar boven en rusten vaak uit. Daarbij genietend van het steeds mooier wordende uitzicht op het meer onder ons.
Het inspirerende uitzicht!!

Vanuit het Inspiration Point kijken we naar Lake Jenny.
Inspiration Point is inderdaad een geweldig inspirerend punt. Je kijkt kilometers (mijlen) ver weg en we blijven er dus lang zitten. Lekker in het zonnetje. De terugweg is goed te doen en om ongeveer 3 uur zijn we weer bij de boot terug.
Daarna rijden we in noordelijke verder en stoppen bij een aantal Overlooks. Daar genieten we van het schitterende uitzicht op Jackson Lake met op de achtergrond de bergen en een steeds lager zonnetje. Het wordt gewoon steeds mooier.
We besluiten ergens aan dit hele grote meer een boekje te gaan lezen. Nou, dát is fraai! De zon staat al wat lager en schitterde in het water. Op de achtergrond de bergen die nu alleen nog in profiel te zien zijn. In het water dobberden allerlei bootjes. Heel heel erg idyllisch! We hebben daar wel een uur gezeten, tot 17:30 uur.
Antilope Flat road.
Als de wind een beetje aantrekt rijden we via een andere route terug naar het hotel: The Antilope Flat road. Dit betekent eerst een stukje van de gewone weg richting Jackson Hole en dan een zijweg die, uiteindelijk na zo’n 15 km., weer terug komt op de hoofdweg. Voordat we bij deze weg zijn, zien we nog een Moose in het gras liggen aan de andere kant van de weg.

De Antilope Flat road.
De Flat road is echt een múst see! Meteen in het begin zien we 2 herten heel rustig gras eten. Ze staan best dicht bij ons in de buurt. Die beesten staan daar dan heel kalm en rustig te knabbelen en kijken af en toe op. Mooi in hun eigen omgeving.
Verderop staan heel veel bizons. Eéntje staat vlak langs de weg. We staan zo’n 2 meter van hem (of haar) vandaan en hij (of zij) knabbelt rustig door van het sappige gras. Schitterend!
Bij Teton Village naar boven.
De volgende dag gaan we naar Teton Village. Dat is een soort quasie Zwitsers dorpje tegen de bergwand aan. Het dorpje leeft in de winter voor 100% op het skiseizoen. In de zomer zijn er ook wel activiteiten, maar dan minder.
De belangrijkste reden om daar naartoe te gaan, is de daar aanwezige kabelbaan ( airial Tram) naar heel hoog in de bergen. We willen in Teton Village gaan kijken en zien of we naar boven gaan.
De rit naar Teton Village duurt ongeveer 20 minuten. We parkeren de auto op een groot parkeerterrein en krijgen nog een informatieboekje over de wandelingen die boven op de berg gemaakt kunnen worden.
Warme kleren aan.
We lezen dat het boven ongeveer 49 graden Fahrenheit is (9,4 graden Celsius) en dat er best wat wind staat. Vanuit het hotel hebben we al een lange broek en een dikke trui mee genomen. Als we deze temperaturen zien, besluiten we toch ook nog onze regenjassen uit de auto te halen omdat we dan minder last van de wind (en uiteraard de temperatuur) zullen hebben.
De lift brengt ons naar 10.400 feet (3169 meter) Het uitzicht naar alle kanten is fenomenaal! Je kan zó ver weg kijken. Prachtig gewoon. Het is helaas een klein beetje mistig dus echt super ver weg kunnen we niet kijken, maar het is echt prachtig.

On ’top of the world’.
Als we de tram uitstappen kunnen we nog 40 treden omhoog naar ’the top of the world’ dus dat doen we. Daar boven op de berg waai je bijna letterlijk uit je broek.
Wandelen naar de sneeuw.
Na het prachtige uitzicht gaan we, in de beschutting van een klein eettentje, even zitten. We lezen in de brochure die we op de parkeerplaats gekregen hadden, dat er een aantal wandelingen vanaf de top beginnen. We besluiten in 1 richting te beginnen om te zien hoe het wandelen zou gaan.
Heenweg is naar beneden.
Als je op de top begint met wandelen dan is er uiteraard maar 1 richting, namelijk naar beneden. Heel rustig lopen we het pad af, ondertussen genietend van het steeds wisselende uitzicht, van de vele vele bloemen die er bloeien en van de beestjes: wilde marmotten en chipmunks. We komen steeds dichter in de buurt van een soort krater, een komvormig dal onder aan een top van een berg.
Eigenlijk willen we doorlopen tot we bij de sneeuw zijn. Het lijkt ons wel heel apart om tijdens deze vakantie 1 keer met onze voeten in de echte sneeuw te staan.
Het laatste stukje, voordat we bij de sneeuw zijn, is het lastigste. We moeten over allemaal stenen wandelen, grote maar vooral heel veel kleine. Als we bovenaan een klein heuveltje staan, zien we een sneeuwvlakte voor ons.

In de zomervakantie bij de sneeuw.
Nou dat is wel apart hoor om plotseling in de sneeuw te kunnen staan.
Terugweg naar boven.
En dan, ja dan moeten we het hele stuk dat we eerst zijn afgedaald weer gaan stijgen. Dat betekent klimmen. Als we weer boven zijn, kijken we op ons horloge en berekenen dat we in anderhalf uur naar beneden zijn gelopen en in die zelfde tijd ook weer naar boven zijn geklommen. We denken dat we weten waar we morgenochtend last van zullen hebben: onze benen protesteren op het laatst wel een beetje!

Van 10.400 feet naar beneden kijkend.
Als we weer (veilig) beneden zijn lopen nog even rond in dit wat lege vreemde ski-dorpje.
De volgende dag hebben we erg veel zin om het water op te gaan op 1 van de grote meren hier in het Grand Teton National Park. We zijn ons bewust van het feit dat het de laatste heel rustige relaxte dag van deze súper vakantie zal worden, want morgen reizen we terug naar het beginpunt van de reis: Salt Lake City en moeten we in de ochtend online inchecken (dat kan vanaf 24 uur van tevoren).
Na het eten rijden we naar het noorden van het park naar het Jackson Lake. Dit meer is ongeveer 35 mijl (ongeveer 53 km) van Jackson Hole verwijderd.
Oude nederzetting.
Eerst willen we echter nog een vrij oude nederzetting uit het begin van de 20-ste eeuw bekijken. Ze hebben de huisjes, het kerkje en een veerpont over de Snake-river in de oude staat hersteld. Dat willen we graag bekijken.
Oud kerkje.
Deze oude nederzetting is vlak bij de ingang van het park (en ook vlak bij het Visitor Centre). We parkeren de auto en kijken eerst bij een oud kerkje uit 1929 (Chapel of the Transfiguration). Helemaal van dikke boomstammen gemaakt en met als dakpannen ook weer houten plankjes. Als je vanuit de achterzijde van de kerk naar voren kijkt, dan kijk je door een groot raam recht op de majestueuze bergen van de Teton bergrug. Dat is een erg mooi gezicht. Het kerkje wordt nog steeds gebruikt.
Koetshuis en replica van veerpont.
Na het kerkje, lopen we naar de oude nederzetting van rond 1900. Eerst kijken we in een koetshuis waar nog 1 koets / wagen staat die nog echt gebruikt is door de pioniers om de bergen in de buurt mee over te steken. Echt zo’n grote wagen met halve ronde bogen waar doek over gespannen is. Je ziet in oude cowboy films dit soort wagens over de prairie rijden. Mooi is dat!
De veerpont blijkt een replica en wordt 1 x per dag nog gebruikt voor demonstraties. De werking is precies gelijk aan hoe het destijds gebruikt is.
Oude theehuis.
Het mooiste vinden we het oude theehuis. Daar hangen allemaal oude foto’s van hoe de omgeving er toen uit heeft gezien. De bergen zien er nog steeds uit zoals we ze nu zien, alleen de mensen zien er anders uit. We zien een foto van het kerkje waar we net waren, maar nu met een houten hek er omheen waar alle paarden aan vast gebonden stonden. Paarden van de kerkgangers. De vloer kraakt van het hout en je ziet (bij wijze van spreken) de mensen daar nog zitten praten onder het genot van een kop koffie, thee of iets anders.
Varen op het Jackson Lake.
Na deze bezichtiging lopen we terug naar de auto en besluiten buitenom, dus niet door het park (waar je minder kan doorrijden), naar Jackson Lake te rijden, naar de Colter Bay Marina waar boten worden verhuurd.
Om 1 uur lopen we naar de haven toe met in onze hand een portofoon voor noodgevallen en een waterkaart van het Jackson Lake. Van een meisje in de haven krijgen we ieder een reddingsvest en wordt ons uitgelegd hoe het motortje werkt.
Vijf minuten later knorren we rustig in ons eigen bootje de haven uit. We hadden geleerd dat we bij het in – en uitvaren van de haven geen golven mogen maken, dus het uitvaren doen we heel rustig.
Het varen is super gaaf!! Je vaart en ziet de heel hoge bergen over het water. Dat is heel apart. We varen een beetje langs de kustlijn van de vele eilandjes, gewoon genietend van de omgeving.

Varen op Jackson Lake.
Het varen was super mooi en leuk! Tijdens sommige stukken stond de zon in tegenlicht te spiegelen over het water met de gigantische bergen op de achtergrond. Heel mooi.
Om 3 uur leveren we ons ‘schip’ weer in en betalen de huur.
Nog even chillen.
We hebben zin om nog even te ‘chillen’: gewoon heel rustig te zitten en wat lezen. We rijden terug naar het haventje waar we eergisteren ook al hadden gezeten. Het was daar heel rustig en had een liefelijk sfeertje.
Dat haventje is vlak bij en we zitten kleine 20 minuten later op ‘ons’ bankje lekker in het zonnetje met een boekje. We kijken naar boten die aangemeerd worden en onder zeil moeten voordat ze achtergelaten worden en naar mensen die met een boot aankomen en bij het restaurant dat bij dit haventje ligt iets te eten gaan halen en met de gekochte pizza (in dit geval) weer terug op hun boot stappen. We hebben daar iets meer dan een uur gezeten. Dat is zo’n plek waar we later aan zullen terug denken als we in Nederland zijn en het bijv. vies weer is of als het allemaal druk druk is.
Terug in de auto rijden we richting Jackson Hole, maar volgen de Antilope Flat Road nog 1 keer, waar we de vorige keer zoveel beesten hadden gezien. Nou deze keer is dat niet anders.
Bizons.

De verhoudingen kloppen toch niet helemaal.
De bizons lopen zelfs over de weg waardoor de auto’s niet kunnen doorrijden. Het blijven fascinerende beesten. De verhoudingen kloppen toch niet hoor, want de kop is in verhouding zoveel groter dan de rest. Als het dan helemaal stil is en je hoort zo’n gigantisch beest het gras aan de andere kant van de weg eten dan is dat wel bijzonder hoor. We blijven best lang kijken (in de auto) naar deze beesten. Uiteindelijk keren om, om via de kudde bizons terug naar Jackson Hole en ons hotel te rijden.
Terugreizen.
Aan de ene kant zouden we nog maanden en maanden zo door kunnen reizen en genieten, maar we merken ook aan ons zelf dat er nog maar moeilijk alsmaar nieuwe indrukken bij kunnen. Je ziet zoveel, je maakt zoveel mee dat we daar nog heel heel lang van kunnen gaan nagenieten. Als we thuis zijn, zijn er de vele foto’s en natuurlijk de mooie filmbeelden die we maken. Al die visuele zaken moeten nog bewerkt worden waardoor we ze alsmaar weer onder ogen krijgen en dan steeds weer terug kunnen denken wat we hier allemaal beleefden.