Zomer 2014.

De tocht van vandaag.

Vandaag willen we richting het plaatsje Hanalei rijden ( richting het noorden dus ) waar we de Kuhio Hwy helemaal willen uitrijden tot het einde. We hebben gezien dat er bij dat eindpunt van de weg, een mooie wandeling begint die de Napali kust voor een stukje ingaat: de Hanakapi’ai beach trail.

We hadden al een keer richting het noorden gereden, maar zijn toen tot de Hanalei outlook gekomen. Nu wilden we ‘in 1x doorrijden’ tot ná dit punt.

De Kuhio Hwy.

Na de Hanalei outlook daalt de weg met een paar haarspeldbochten en al snel rijden we vlak langs de mooie blauwe kust. De weg wordt af en toe heel smal, bruggetjes met 1 rijbaan, en je moet er heel rustig rijden. We stappen een aantal keer uit om extra te genieten van het uitzicht en om foto’s te maken en te filmen.

De Kuhio Hwy voert direct langs de zee

Wat een mooi gebied is dit noordelijke deel zeg! We vragen ons af of het een idee is om volgend jaar ook een deel van de tijd ergens in dit noordelijke deel te verblijven. Misschien voor een deel ergens in de buurt van Poipu en daarna ergens in het noorden, in de buurt van Princeville. Zou slim kunnen zijn.

We rijden de Kuhio Hwy helemaal uit. Op het einde van de weg, zien we steeds meer huizen die op palen staan. Het zal hier dus toch wel vaker overstromen.

Tropische storm Iselle.

Als de weg ophoudt, zien we dat de trail die we willen lopen, gesloten is ivm het weer. Het weer is dan helemaal niet slecht, maar vanaf dit punt begint ook een hele lange (de Kalallua trail van 11 Miles, waar je ongeveer 2 dagen over doet). Met de naderende storm (er nadert dat jaar een tropische storm Iselle) is het dus zeer verstandig dat de trail gesloten is. We vinden het uiteraard jammer, maar begrijpen het wel.

Tunnels beach.

We hadden enorm genoten van de stranden waar we net langs waren gereden, dus besluiten we de auto bij een beach park te parkeren. We willen wel een ‘echt’ beachpark (met toilet dus). We rijden een klein stukje terug en parkeren de auto bij Tunnels beach (Makua beach). Dat ziet er echt schitterend uit. Een mooi zandstrand met aan de andere kant van de weg een loodrechte berg omhoog. Heel speciaal.

We horen alleen de rustige golfslag

We liggen heerlijk op dit rustige en schitterende strand en lezen en zwemmen veel. Als we trek krijgen smeren we een paar lekkere boterhammen. Dat is echt lekker.

Wat een schitterende omgeving is het daar zeg. Echt de moeite waard om er nog naar terug te keren.

Mooier en rustiger hebben we het nog niet gevonden

Er zijn mooie golven, er wordt druk gesnorkeld en je kan er ook goed zwemmen zonder al te hoge golven.

Zomer 2015.

De tocht van vandaag.

We willen helemaal naar de andere kant van het eiland rijden, naar Tunnels Beach, waar we vorig jaar op de laatste dag waren geweest. Het is wel een eind rijden, maar in het noorden zou het weer toch wel wat beter moeten zijn dan aan onze kant.

Mooie route.

Rond half 11 rijden we uiteindelijk weg bij ons appartement. We plakken de Gopro met de grote zuignap aan de voorruit zodat we een aantal stukken van de mooie weg kunnen filmen. Het is wel vrij druk op de weg, want het is zaterdag. Na Princeville rijden we over de slingerweg naar beneden. En daar staat voor de 1-lane bridge een aardige file. Het duurt even voordat we er over waren.

Parkeren.

Bij ons strand zien we in eerste instantie geen parkeerplaatsen meer, maar na even heen en weer gereden te hebben, vinden we toch een goed plekje.

We lopen over de weg naar het strand om vervolgens via een klein paadje naar beneden te lopen. Dat paadje komt meteen uit op ‘ons strand’.

Aan het strand.

We hadden gehoopt dat er geen, of weinig wind zou staan, maar dat is zeker niet het geval. Er staat juist een hele flinke wind. We proberen goed te kijken hoe we de hotel-parasol in het zand moeten zetten.

Snorkelen.

Vanaf het strand zien we links en rechts donkere plekken in zee waar rotsen zijn. Vissen knabbelen aan en eten van de rotsen, dus als je vissen wil zien, moet je bij de rotsen zijn.

We bekijken eerst de rotsen aan de rechterkant. Nou, daar zijn we redelijk snel klaar mee, want daar is letterlijk geen vis te zien. De rotsen zijn daar ook hartstikke kaal, dus we snappen die vissen goed.

Als we terug zwemmen naar de kant, zien we onze de rode parasol niet meer staan. Waar is dat ding gebleven? Hij ligt een klein stukje verderop op z’n kop in het zand. Gelukkig is er niks kapot.

De tweede keer dat we zwemmen, bekijken we de rotsen aan de linkerkant. Die blijken ietsje gevaarlijker omdat ze hoger uit het water steken en je dus als zwemmer meer moet oppassen dat je niet op de rotsen gesmeten wordt door de krachtige golven en stroming.

Deze rotsen zijn de rotsen waar alle vissen van deze baai hun middagmaaltijd bij elkaar sprokkelen.

We zien werkelijk overal heel veel vissen. De rotsen zelf zijn ook best bijzonder van vorm. Ze doen ons denken aan de Napali Coast, waar we vorig jaar met de boot onderlangs gevaren zijn. Mooie vloeiende vormen, met diepe dalen ertussen. Geen scherpe uitsteeksels, maar alles heel sierlijk en vloeiend. De rotsen zelf zijn al een lust voor het oog. Overal zien we vissen die vaak in scholen tegelijk heen en weer wiegen op de beweging van de golven. Het enige ‘nadeel’ is dat het water niet echt super helder is. Er is veel ‘opwaaiend’ zand waardoor we vooral in de diepte niet alles goed kunnen zien.

Maar we kijken behoorlijk ademloos rond naar al die vissen. Het is er echt schitterend. We zien ook nog wat nieuwe soorten, die we nog niet ergens eerder gezien hebben.